Royal Belum: wel jungle, geen dieren...

19 september 2014 - Gerik, Maleisië

Eindelijk was het zover, de 15de zouden we 4 dagen in de jungle verblijven! Hoe gaaf zou het zijn als we tijgers, olifanten, krokodillen, neushoorns, apen en andere beesten tegen zouden komen. Ik was vol van adrenaline :-)

Eenmaal aangekomen snel nog een twin bed kunnen regelen, want dit zou het eerste hotel/resort zijn, waar we in 1 bed hadden moeten slapen en dat zagen we niet zo zitten. Zelfs dat lukte, dus van receptie met buggy naar onze kamer gebracht: WOW WAT PRACHTIG EN WAT GROOT!!!! Links stonden de twee bedden, rechts een loungebank van wel vier meter lang. Daarnaast nog een kast met spiegel tot aan de grond, over de gehele wand op hoofdhoogte nog meer spiegels. Aan het eind van deze kamer loop je tegen een groot gordijn aan en achter dit gordijn zit de inloopdouche (en inlooptoilet hihi) met aan de overkant de wasbak en wederom die oneindige spiegel. En als je de schuifpui open doet, stap je de tuin in, waar nog een wasbak is, een loungestoel en EEN LIGBAD! VET! Lekker badderen in de tuin :-D Het WOW-effect hadden ze in ieder geval voor elkaar... Behalve dat het toilet achter een gordijn zit...mmmm....niet echt over nagedacht op dat punt.

Via een paar reviews hadden we begrepen dat 2km verderop een plek zou zijn waar je goedkoop een bootje kon huren, dus wij daarheen met de auto. We stappen uit en ik zie een hoop katten op de weg zitten. Ik kijk nog eens, lijken het meer wombats, maar mijn hoofd kon het niet heel goed plaatsen...bleken het allemaal apen! Heel veel apen en heel schuw. Dus ik stond ze vanaf een afstandje te bekijken en zij bekeken mij ook van een afstand... ik hoopte dichterbij te kunnen komen,  maar dat lukte helaas niet. Ze sprongen in de bomen en gelukkig nog wel goed zichtbaar, waardoor we mooie foto's hebben kunnen maken. Zelfs van mama-aap met baby. Maar goed, plaatje geschoten en op naar de locals om een bootje te regelen. Gelukkig hadden we snel 'ranger Joe' te pakken die de volgende dag wel met ons tweeën op pad wilde de hele dag. Jeuj! Ik vroeg nog of hij de plekken met olifanten kon laten zien, maar daarvoor moesten we maar naar de zoo in Taiping.  Ja verdorie, daar komen we net vandaan Joe!!! Uiteindelijk dachten we een goede prijs te hebben afgesproken, hoor ik ze enorm lachen toen we wegliepen (ik weet niet of dat de reden was). Morgen maar even kijken wat we daar nog aan kunnen veranderen ;-)

's Avonds eerst maar wat eten bij het buffet. Niet te eten voor veel te veel geld! Ik had het idee dat ze oosters en westers probeerden te koken, maar eigenlijk van beide net geen verstand hadden... mpf, morgen maar bij de jetty eten waar we ook onze boottrip vandaan gaan doen. Ik baalde nu al enorm dat we in the middle of nowhere zaten en dat we er 4 dagen moeten vertoeven... Maar gelukkig: daar doemde de Tor Tambra bar op met de zingende bartender Joe. Als we Joe niet hadden gehad, waren we verloren. Na een aantal Tigerbiertjes was Jen zijn camera aan het installeren om de vuurvliegjes te fotograferen. Dit betekent een trage sluitertijd van wel 30sec. Helaas, elke keer als Jen naar de wc was, vlogen ze volop rond, maar als hij terugkwam, waren ze weer verdwenen. Alsof ze het erom deden! In de tussentijd kennis gemaakt met een Italiaans stel, Adriana en Guan Luca, waar we gezellig wat mee hebben gedronken. Inmiddels begon bartender Joe aan zijn eerste liedje (prachtige stem!) en hoorden we vlak daarna een enorme klap op de boom naast ons. Ik schrok me rot! Ik zag een enorme hagedis/varaan in de boom hangen. Maar mijn logica kon het niet plaatsen, want hij kwam toch echt uit de lucht gevlogen... Jen zn camera was niet op tijd klaar om hier een foto van te maken en ik was niet snel genoeg. Tegen de tijd dat ik mijn camera klaar had, rende hij naar de top van de boom en 'vloog' naar een boom verderop. Toen was het zo donker, dat hij niet meer op de camera zichtbaar was, shit! Wat was het nou? Een hagedis? Een varaan? Een grote vleermuis? Ik zag toch echt zijn  staart en grote poten, maar mijn logica kon alleen maar bedenken dat dit een vleermuis moest zijn... Ondertussen was Joe ongestoord verder gegaan met zingen en waren wij gespitst op de natuur naast ons. Toen Joe klaar was, vertelden we wat we gezien hadden. Joe zei dat niemand dat beest ooit had gezien en dat we echt "lucky" waren. Hij had het over flying dragons, waar de locals wel eens over spraken. Naderhand even opgezocht, maar duidelijk werd dat het geen flying dragon kon zijn, want die zijn maar 20cm en die van ons waswel 1m, inclusief staart!  Na een behoorlijke zoektocht op internet, eindelijk ontdekt wat het is: een 'high flyer' of 'flying gecko'. Deze soort is pas in 2012-2013 ontdekt door het WWF en het is een soort van paraglidende hagedis. Hoe cool! Niemand heeft hem ooit gezien en wij wel :-) Balen dat we geen foto hebben, maar gelukkig heb ik een plaatje op internet kunnen vinden (het grappige is dat er zelfs nog geen foto's van bekend zijn op internet...) Met een trots gevoel hebben we de avond afgesloten.

De volgende dag was de jungledag, maar eerst begonnen we met het Maleise volkslied tijdens het ontbijt op het rooftop terras. We kregen daarna allemaal een briefje met de songtekst van het "Malaysian day" lied, want het was immers een feestdag. Uit volle borst zongen we mee (Not!). Happy malaysianday everyone! Grrr, koffie koud, ontbijt koud, misschien hadden ze even moeten wachten met deze parade...

Hup, op naar ranger Joe om de jungle in te gaan, op zoek naar wilde dieren. Auto geparkeerd bij de apenplek, maar deze keer geen apen te zien. Aangekomen bij Joe toch nog een hoop van de prijs af weten te lullen, lunchpakketje uitgekozen en instappen maar. Ons eerste stop was de Rafflesiabloem. Deze bloeit maar 7 dagen per jaar en is ongeveer 40cm groot. Ik vond de klim er naartoe stukken spannender dan de hele bloem zelf. Geen selfie met de bloem dus... Voor ons was een volgepropte boot met een stel fransen, die jaloers op ons tweeën waren in de boot. Goed, duidelijk was dat we de toeristische route deden, jammer! We hadden zo graag gewoon de jungle ingestapt en op onderzoek uitgegaan, maar blijkbaar is dat onmogelijk, want er zijn geen andere paden dan de toeristische plekjes. De volgende stop was de dam, die van klei en stenen is gebouwd. Joe legde uit dat het een handmade meer was (daar gaat mijn wens om krokodillen te zien). Maar pfoe, dat meer is me even een potje groot! Aan het eind van de dag had ik spierpijn van het zitten van al die uren heen en weer varen. Na de dam op weg naar de likstenen van de olifanten. Deze likstenen bevatten mineralen die de olifanten nodig hebben. Blijkbaar was het ook hun dumpplek, want overal lag olifantenpoep! Ik nog op de Steve Irwinachtige manier een stuk poep opgeraapt, opengescheurd, geroken (niet geproefd!) en geprobeerd te raden van welke datum het was. Gelukkig was het al oud en droog, want Joe legt uit dat op de verse poep alle vliegen zitten ;-). Joe voelt even aan de grond bij de likstenen en zegt dat ze die nacht nog geweest zijn. Hij geeft ook aan dat ze elke ochtend rond zessen weer aan de wandel gaan en dat ze zo'n 150km per dag afleggen... Ik kijk even om me heen en bedenk me dat deze jungle wel erg groot is en dat de kans om een olifant te zien daardoor erg klein is. Als ik tevens zie hoe groot ze zijn (aan de schuurplekken op de bomen) en op wat voor kleine paden ze kunnen lopen, is onze kans nog kleiner...jammer :-(

Ons volgende stop is bij de orang asli, de originele bewoners van de jungle. Sja, ik kan daar niet helemaal bij, een dorp dat voedsel aftroggelt van de toeristen, voor de rest op hun reet zit en geen uitleg geeft en blijkbaar stinkend rijk is van het sandelhout dat ze verkopen. Vond het maar nep. Maar goed, Jen heeft zijn originele blaaspijpje om muizen af te schieten in nederland en de chief hebben we een zak drop toegegooid. Geniet ervan, wij waren blij dat we eraf waren... net voordat de volgende toeristenboot aanlegde, verdwenen wij weer snel naar de laatste stop: de waterval! Mocht ook wel, want moest inmiddels plassen als een olifant en het was al drie uur! Daar mochten we ook eindelijk onze lunch eten. De pest was, je moest eerst 10 minuten klimmen en daarna 15 minuten echt bikkelen om bij die waterval te komen. Eindelijk, daar was ie: bloedzuigers, vissen, beesten, spinnen, het kon me niet schelen, ik moest dat water in want mijn blaas stond op knappen! Van de ene steen op de andere totdat ik dacht dat er een volgende steen was, maar die was er even niet. Floep, koppie onder! Even gezwommen en daarna snel het eten naar binnen gewerkt, want dat was mijn tweede prioriteit. Koude rijst met kippenpoot, heerlijk als je omkomt van de trek! 

Daar kwam de volgende bups toeristen alweer aan (wij konden lekker met zn tweeën even zwemmen) dus klaarmaken voor de klauterpartij op de terugtocht. Dat we geen eigen risicopapiertje hebben hoeven tekenen, snap ik niks van. ik had al tachtig keer mijn rug kunnen breken en op mijn kop kunnen vallen...

Eenmaal terug was het tijd voor een douche en zouden we in het resort aan de overkant gaan eten met de Italianen. Die bleken nl ala carte te serveren en nog een avond buffet in dit resort zou ik niet overleven (de laatste avond had ik gehoopt dat ik buffet had gegeten, maar daarover straks meer). Eenmaal aangekomen bij dat resort, zat de hele entree vol met een invasie aan vliegende mieren o.i.d. zoveel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien! Je zag ze buiten opgestapeld op de muur, voor de deur, maar ook binnen. Daar niet door afgeschrikt, toch binnen gaan zitten om te eten. Ik bestelde een surf en turf...hadden ze niet...grrr ... dan maar kip met patat. Jen nam dat ook en adriana nam een salade met geroosterse kip. Guan Luca nam iets van rund. Nadat de ober nog een keer terug kwam om te vragen wat Guan Luca wilde, kwam er uiteindelijk een bord met sla richting Adriana... sla zijn onder een stukje gegrilde kip. Dus teruggebracht (er werd steeds minder blij gekeken door de bediening). Nadat de ober nog eens drie keer terug kwam om te vragen wat wij niu hadden besteld (we waren al een uur verder), was de maat vol en wilden we weg. Nog bozer keek de bediening en op dat moment werd de sla gebracht: inclusief de kip. Helaas voor de Maleiers zijn de italianen nogal bot en ze schoof het bord opzij om weg te lopen. Natuurlijk hebben we betaald voor de drank, maar nog steeds niks gegeten. Jen en ik hadden allang bedacht dat we richting de jetty gingen om wat local food tot ons te nemen. Met wat handen en voetenwerk en wat tolkkunsten van een keukenhulp uit ons resort (ook die eten allemaal bij de jetty), hebben we heerlijk gegeten! 

De volgende morgen zat ik in mijn uppie te ontbijten (ik moet wel eten ivm medicijnen en als je niet ontbijt, is er de rest van de dag geen eten meer te vinden op het resort) waarbij ik een manager aansprak op de gore zacht gekookte (zeg maar 'ongekookt') eitjes die ze hebben en dat ik de volgende ochtend graag een gekookt eitje wil. Oh miss, we like your feedback, do you have any more? Nou euh, heb je effe.... maar dat wilde ik niet zo bot brengen, dus moest daar even over nadenken. Een paar uur later zit ik bij de receptie van het resort (de enige plek met internet), komt diezelfde manager weer naar me toe. Miss, would you like to see the VIP-villa? Euh, jazeker! De laatste gast was de prime minister of Malaysia. Oeeee, ben benieuwd! Gelukkig lag Jen nog niet in het zwembad, dus die sprong in de buggy voor onze viptour. Hij snapte er niks van (het verhaal van het eitje had ie namelijk ook al niet meegekregen). Wat een villa zeg! Een keuken voor het personeel, 12 kamers, een privé zwembad, een bbq, een ontzettend groot terras, en elke kamer heeft zn eigen balkon, een huiskamer met een fat ass fan (merknaam). Kost 10000 euro zon ding. En je betaalt 2500 euro per nacht geloof ik... wauwie! En ik was al enorm geschokt door onze kamer :-)

Die middag hebben we barman Joe meegenomen naar een dorp, 45 minuten verderop. Joe kan nl zelf niet rijden en de bar staat apart van het resort, dus hij moet telkens zijn vrienden ritselen om inkopen te kunnen doen. Wij moesten toch pinnen, dus kom maar mee. Eerst heerlijk gegeten bij een Indiase tent, super! Joe weet de tentjes wel te vinden. Daarna na een klein chinees supermarktje om zijn bier te halen. Joe ging naar de achterkant van de winkel en wij werden een beetje als indringers aangekeken, zo hangend tegen de auto... totdat de oude chineze man aan tafel ons uitnodigde om thee te komen drinken met hem. Wat leuk! Beetje geconverseerd in half engels half gebarentaal, maar ik vond dit zo tof! Dat is dus echt Maleisië: op elke hoek van de straat een verrassing :-)

En als klap op de vuurpijl, bedankte Joe ons met een etentje. Hij is zelf Filipijns en hij maakte een bekend gerecht uit de Filipijnen: chicken adobo. Heerlijk! Gelukkig weer een avond geen buffet hoeven eten. Maar eerst moest Jen de kip slachten voor dit gerecht. Gelukkig voor hem was de kip al dood, maar alsnog vond hij het geen pretje. Na het slachten van de kip en tijdens het wachten op het eten, kregen we junglejuice: een illegaal gebrouwen drankje van kruiden... Joe vertelde over de bijwerkingen (klonk als wiet) dus ik nipte het langzaam weg. Altijd goed om even te testen wat het met mijn lijf doet. Jen daarentegen, klokte het hele spul ineens achterover. Na het eten ben ik al na sluitingstijd naar bed gegaan, maar ik geloof dat Jen pas om vier uur naar bed ging, onder het genot van nog een glaasje junglejuice met de brouwers zelf. Overigens had 1 van de brouwers verteld waar en hoe laat we olifanten konden zien. Jen had dus om half zes zijn wekker gezet, maar was met geen kanon wakker te krijgen. En ik begreep niet waarom die wekker zo vroeg stond! 

De laatste dag, we hadden ons voorgenomen om deze dag bij het zwembad te hangen (er was toch niks anders meer te doen) en dan morgenochtend om half zes op de rooftop te zitten om olifanten te spotten. Zelfs Joe wilde mee en hij zou zijn koffiezetapparaat meenemen. 's Avonds ala carte gegeten in ons eigen resort en een veilige keus genomen. Alle aziaten kunnen immers vis maken. Ik krijg mijn bord voor mijn neus, kreeg al een beetje een visgeur in mijn neus, nam een klein hapje, rook nog eens goed aan de vis: ik had gewoon bedorven vis op mijn bord liggen!!! Aaaargh, wat een resort! Daar moet echt nog een hoop verbeterd worden! Na dit akkefietje waren we blij verrast dat Joe een bord patat voor ons had willen maken. De lieverd!

in de ochtend op de rooftop van vijf tot zeven als een zombie naar een berg zitten turen, zonder ook maar een olifant te zien. Maar de koffie van Joe maakte een hoop goed. nog even naar bed en dan richting Georgetown. 

 

Foto’s